over Luc Cromheecke

 

Luc Cromheecke is een striptekenaar bekend van onder meer stripreeksen als Taco Zip, Tom Carbon en Plunk!

Taco Zip, Cromheecke's eerste gagstrip verscheen in 1985 in het stripweekblad Robbedoes en later ook vier jaar lang als dagstrip de Nederlandse Volkskrant.

Tom Carbon en Plunk!, op scenario van de geniale Laurent Letzer, werden in vele talen gepubliceerd. Onder meer 3 albums en een integrale versie van Plunk! in het Chinees. Tom Carbon werd tweemaal genomineerd op het Stripfestival van Angoulême (1992 en 1994). 

Plunk! krijgt in 2012 een bronzen standbeeld in de gemeente Kapellen, de woonplaats van beide auteurs.

In samenwerking met Willy Linthout, tekenaar van de Urbanus strip, maakte Cromheecke in 2009 de kinderstrip "Roboboy", waarvan in totaal 6 albums zijn verschijnen. In 2021 krijgt het duo de kans om het Nero-hommagealbum De Toet van Tut te maken.

Voor Spirou magazine maakt Cromheecke, op scenario van Jean-Michel Thiriet, elke week een cartoon die te vinden is op de voorlaatste pagina. Al meer dan 30 jaar is Cromheecke huistekenaar bij het stripweekblad.

Op scenario van de Franse tekenaar en scenarist Sti maakt Cromheecke in 2013 voor Spirou  een grappige piratenstrip genaamd "Het Godvrrgeten Eiland".

 

Links Luc Cromheecke en rechts beeldhouwer Joris Peeters bij het prototype van het Plunk!-beeldje in Kapellen.

Als Luc Cromheecke even geen strips of cartoons maakt, ontdekt hij tijdens zijn vakanties in Frankrijk het tekenen en schilderen naar de natuur. Eerst voorzichtig met waterverf in een schetsboek, later op groter formaat met olieverf op doek. In  het midden van de 19e eeuw ontstond  het pleinairisme dankzij de uitvinding van de verftube. Eindelijk konden kunstenaars op een eenvoudige manier met olieverf in open lucht schilderen. Geïnspireerd door de realisten van Barbizon, de allereerste buitenschilders uit de 19e eeuw, tekende Cromheecke in 2015 het levensverhaal van Charles-François Daubigny, een vergeten voorloper van het impressionisme. In datzelfde jaar wint hij de Bronzen Adhemar en het jaar erop de Vlaamse Cultuurprijs voor de Letteren.

Er volgt een herdruk  en een Franse uitgave in 2019.

Een expositie over "De Tuin van Daubigny" doet verschillende musea aan, waaronder de prestigieuze Mesdagcollectie in Den Haag in 2016 en het museum Thomas Henry in Cherbourg (FR) in 2020.